Drie worden

Volgens mij is geen enkele verjaardagsfeest zo leuk als je derde verjaardagsfeest. Echt waar. Ik zou kunnen schrijven over de lekkere chocomousse, de zelfgemaakte kaastaart, de massa’s ballonnen in de gang, de slingers in de living en de bloemen op tafel. Of over sabayon en M&M’s, over lachende gezichten, euforie en flitsen van het fototoestel.
Maar ik kan niet onder woorden brengen hoe geweldig ons meisje het allemaal vond.

De kadootjes bleven maar komen en waren er allemaal kloef op. Plasticine met accesoires, een memospelletje, een heuse verkleedkoffer met verkleedkleren, zelfgebreide poppekleedjes, voorleesboekjes over Anna, een tekenbord, een handgemaakt kleedje, jasje en handtasje. Hoewel kadootje heel leuk zijn, vallen ze in het niets bij het gezicht van ons meisje bij het losscheuren van al dat geschenkpapier.

Na het feest begonnen moeder en vader als een goedgeöliede machine aan de opkuis. Ondertussen vroeg ons prinsesje om naar tv te kijken. Wat mocht. Die uitgetelde prinses, languit in de zetel, ik kreeg er bijna tranen in mijn ogen van.

Dikke knuffel, lieve meid.

 

 

Oma Jes, opa Jan en kabouter Pinnemuts

Elke avond krijgt ons spook 4 verhaaltjes. Ja, dat kan omdat ik hier geen 3 andere koters heb rondlopen.

Het eerste verhaaltje is er eentje uit een boekje. Vaak een Anna-verhaaltje maar even vaak een boekje uit de bib of nog iets anders.

Het tweede is altijd een verhaaltje over opa Jan. Anna en haar opa Jan hebben nooit de kans gehad kennis te maken met elkaar. Omdat ik niet wil dat die opa Jan een vreemde man blijft voor haar, nam ik me al heel vroeg voor er veel over te vertellen. En dat doe ik nu, elke avond opnieuw.

Het derde verhaaltje gaat over oma Agnes, door Anna oma Jes genoemd. Een crème van een madam die ook nooit haar kleindochter in haar armen nam.

Het vierde verhaaltje is er eentje over kabouter Pinnemuts. Hoe ik daar opgekomen ben, weet ik niet meer. Kabouter Pinnemuts is een kabouter met een rode pinnemuts die samen in een paddestoel woont met zijn vriendje de muis. Ze wonen naast Plop, de commerciële kabouter, en naast de mama en papa van kabouter Pinnemuts. De kabouter en de muis beleven dolle avonturen.

Ik denk dat ik de komende tijd hier af en toe eens een verhaaltje ga neerpennen. Nee, dat zijn geen hele epistels, het zijn verhaaltjes van soms amper een halve minuut lang (afhankelijk van de inspiratie van het moment). Nee, ook geen hoogstaande literatuur. Het zijn korte, kleine verzinsels die ik niet wil vergeten.

Anna gaat naar het huis van Kina

Anna en ik melden ons de eerste keer aan bij het Huis van Kina op maandag 31 oktober.
Toen heb ik mogen uitleggen dat Kina niet thuis was. Het museum was immers, net als alle stadsdiensten, gesloten. Grmbl.

Op haar verjaardag keerden we terug, deze keer in het gezelschap van oma. Het internet was gecheckt en het museum ging zeker open zijn. Eindelijk zouden we naar de paddestoelententoonstelling kunnen gaan.

Jochei, Kina was in zijn huisje. Maar helaas de paddenstoelen zijn te bezichtigen in DE TUIN van Kina, aan de andere kant van Gent. Niet getreurd, we zouden gaan kijken naar de permanente tentoonstelling van de vogels.

 

 

Sinterklaas

Er worden hier Sinterklaasboekjes gelezen, liedjes gezongen en filmpjes van “Dag Sinterklaas” gekeken. Misschien ben ik er wel te vroeg mee begonnen, maar dat is de schuld van die grote intocht van Sinterklaas in Antwerpen. Tussen twee grote wandelingen in de Ardense bossen door, keek ik heel die show uit. Zalige tv.

Enkele bedenkingen
* ik vertelde Anna over het schoentje en de wortel en de schouw en zwarte Piet. Vanaf welke leeftijd heeft een kind door dat er door een schouw zonder gat nooit een zwarte Piet kan komen?
* als ik haar vraag wat de Sint moet meebrengen, grijnst ze en zegt “Chocolaaaa”.
* De Sint gaat Anna’s tuutje meenemen. In ruil voor chocola en speelgoed, maar dat laatste hoort ons Anna precies niet. Ik vind het zo triestig dat het kind die tuut moet afgeven. Onlangs vroeg ze heel lief “Mama, het tuutje van de crèche (haar blauwe tuut) niet aan Sinterklaas geven, hé?”. “Krak”, zei mijn hart. “Afgeven, die handel”, zei mijn verstand. Haar tandjes staan er nu al een beetje scheef van, ook al tuut ze enkel bij het inslapen en trek ik de tuut uit haar mond als ik ga slapen.
* Ondertussen kocht ik haar kadootje; een kassa van Fisher Price. Eén van de klassiekers van het speelgoedmerk waar ook ik als kind mee gespeeld heb.
* Ze krijgt ook nog een boek van  Guido Van Genechten.
* En chocolaaaaa natuurlijk :-)

imgres.jpgimgres.jpg

imgres.jpg

 

 

1.jpg

Anna is drie

3/11/11. De dag dat Anna drie jaar werd. De eerste verjaardag die ze beseft en waar ze naar uitkeek. De eerste verjaardag dat ik vooral aan het “nu” moest denken en aan Anna en niet zozeer aan de weeën, de bevalling, de roze wolk.

Een kinderhand is gauw gevuld, dat schreef Kruimels ook al. Ballonnen aan haar stoel, een kadootje, chocomelk bij het ontbijt ipv gewone melk.

 

Later volgt meer.

Kindermuziek

Beste lezende ouders,

Wat nu volgt, is een regelrecht promopraatje voor één van de meest fantastische dingen die ik de laatste maanden kocht. En ik verdien hier niks mee, neen, ik doe dit omdat ik erg echt van overtuigd dat jullie dit fantastische ding ook moeten leren kennen.

Het gaat om de CD/boekje van Jan De Smet die heet “Steek je vinger in de lucht”.

Iedereen met kleine kinderen heeft wel eens binnenmonds gemompeld “oh, neen, niet weeral” als de kroost voor de zoveelste keer de cd met kinderliedjes wil horen. Soms zeggen we het gewoon luidop tegen diezelfde kroost: “neen, nu niet, nu is het muziek die mama en papa graag horen“.
De liedjes op de cd zijn vertalingen en bewerkingen van oude kinderliedjes die Woody Guthrie in de jaren 50 schreef. Frank Vanderlinden vertaalde. De nummers swingen (alles goed) of klinken juist heel bluesachtig (droog bed). De tekst is heel goed te verstaan en nodigt uit tot meezingen (dat hebben wij niet bij de Kapitein).  

Lenen of kopen, die handel!