We hebben het zowat allemaal meegemaakt. Uiteindelijk sliep ze overal wel. Soms heel snel, soms duurde het zijn tijd (remember eerste autorit: 1.06u!)
Net zoals vorig jaar sliep ze op de camping in een tentje in de tent. Vorig jaar kon ze nog niet kruipen, dus kroop ze er ook niet uit. Dat was dit jaar wel anders! Ze heeft intussen ook door hoe ritsen opengaan, dus in geen tijd stond ze terug buiten. Door naast de tent stilletjes met elkaar te praten, merkte ze dat we echt wel niet weg waren, werd ze rustig en viel ze in slaap.
Als we op wandel waren, durfde ze wel eens in slaap vallen in haar framerugzak.
De auto is nog steeds hét slaapmiddel bij uitstek. Bij mij trouwens ook. Niets zo slaapverwekkend als het monotone geluid van een rijdende auto. Het Lief reed regelmatig rond met 2 slapende vrouwen.
De tweede week vakantie sliepen we op een kamer. Het Lief en ik elk in een bedje en Anna in haar tentje. Drama, drama! Het kind krijste de ruime regio van Alicante bij elkaar! Bij MAAAAAAMAAAAA wilde ze slapen. Wat doen je dan? Midden in de nacht als gast bij een gastvrije tante en nonkel? Je neemt dat kind bij je in bed en hoopt dat tante en nonkel niets gehoord hebben en rustig kunnen verderslapen. Dat laatste zit er voor jou niet meer in. Het bed is te klein voor een volwassende en en peuter die denkt dat het bed van haar alleen is.
De laatste avond gingen we op hotel ergens halverwege Frankrijk. Een ruime kamer met een tweepersoonsbed en genoeg plaats voor haar tentje. Ze lag nog geen halve seconde neer en het scenario van de dagen ervoor herhaalde zich. Of toch niet helemaal…het gekrijs en geween en geroep wel, maar deze keer bepaalden wij waar ze sliep en niet zij. Om de beurt droegen we haar terug naar haar tentje en zeiden we enkel “Slaapwel, Anna”. Ze probeerde nog eens bij mij, eens bij het Lief, op de duur stond ze gewoon recht en tenslotte bleef ze liggen. Ouders-Anna: 1-0. Het Lief heeft overschot van gelijk als hij zegt: “Wij bepalen wat ze doet of laat, niet zij”, maar het maakt het er wel niet makkelijker op. Ik heb soms zo’n een melig en week moederhart, hé.