Wat Anna in de week/overdag beleeft, dat beleven de poppen ’s avonds en in het weekend. Ze herhaalt wat ik haar zeg, ze sust als de poppen verdriet hebben en verheft haar stem (met bijhorend vingertje) als ze boos is. Momenteel zitten hier drie poppen in de zetel met een klein plastiek zakje. Want ze moeten overgeven.
Trouwens, het is mijn bijna 87-jarige oma die de poppenkindertjes van kleren voorziet. Als we op bezoek gaan, heeft ze altijd wel toevallig een jasje of mutsje af. Altijd zogezegd met een restje wol. Ze is de breikoningin van onze familie (maatje, jij bent eerste eredame, hoor). Miljoenen steken geeft ze intussen gebreid. Ze kan gewoon naar een kledingsstuk kijken en het nabreien. Of een steek die ze niet kent, goed bekijken en aan voelen en hem thuis proberen breien. Met trial en error. Bij haar noemt dat trouwens breien en aftekken. Tot het helemaal die steek is.