De titel had ook kunnen zijn: “De genderneutrale opvoeding”.
Vóór we aan kinderen begonnen, was ik er zeker van, onze kinderen gingen poppen krijgen én autootjes. Een keukentje én een garage. Geen rolbevestigende dinges. We kregen een baby en babyspeelgoed is per definitie uniseks. De baby werd een meisje en de hardwerkende carrièrevrouw (ahum!) ging 4/5 werken. Het meisje zag haar moeder koken, wassen, plassen, strijken en kuisen op vrijdag. En dat wilde zij ook. Op een rommelmarkt kreeg ze een roze stofzuiger waarmee ze promt de kasseien mee begon te stogzuigen. Na een bezoekje aan de Kringwinkel bracht ik een strijkplankje en ijzer mee.
En die genderneutrale opvoeding dan? Dat komt wel. Als de vader aan het klussen slaat, wil Anna meedoen. De gigantische nieuwsgierigheid van het kind en de inwendige drive die z’n peuter heeft om vanalles te willen bijleren, zorgen voor een evenwicht.
Vader en dochter voegen de koer
ps Dit klinkt allemaal wel wat zwaarder dan ik het eigenlijk bedoel. Maar toch, ik zou het echt wijs vinden, mocht ze later geheel zelfstandig een vijs in een muur durven boren. Ofzo.