Enkele flarden/uitspraken van de laatste week.
Teneinde variatie te steken in het fruitaanbod ten huize Jufrouw Baele, kocht ik in dendelhaize een koksnoot. Die zijn consequent kokostront blijft noemen. Het is zaterdagmiddag en na de middagdut beslissen we om de kokosnoot op te eten. Ik maakte eerst twee gaatjes om de kokosmelk eruit te laten lopen. Anna kreeg een bekertje en mocht proeven. Ze trok een gezicht alsof ik haar vergiftigde en zei: “Dat is voor over te geven, mama“.
Wat wil jij op je boterham? KAKA
Jij moet een nieuwe salontafel kopen. Waarom? Oma heeft dat gezegd.
Mama, vind jij bruin mooi? Ja, soms wel. Dat is KAKA.
We zitten aan tafel. Het Lief zegt smakelijk tegen ons. Ik zeg smakelijk terug. Anna’s mond zit vol, ze heeft al een volle lepel klaar en schenkt geen aandacht aan ons. “Smakelijk, Anna”, zegt het Lief nog eens. En nog eens “Smakelijk”. Ze kijkt niet op en tussen twee happen zegt ze geïrriteerd en keiluid: SMAKELIJK MAMA, SMAKELIJK PAPA.
Maar Sidhartha zegt altijd maar KAKA.
Ah, en ze zegt ook echt 100 keer op een dag “wa“. Als ik niet reageer, gaat ze gewoon door. “Wa, mama? Wa? Wablief, mama?” Oh, dat is lastig. Er worden al gigantisch veel vragen gesteld. Als ik dan antwoord, volgt er een “Wa?” waardoor ik het nog een keer mag uitleggen. Ik heb al naar haar oren laten kijken bij de huisdokter, maar daar is niks mis. Ik dacht al dat er iets aan haar middenoor of hersenen ofzo was, toen ik hoorde dat vriendje Warre net zoveel wawat. En dat de mama van Warre helemaal niet meedoet aan dat gewawa. Zij zegt gewoon “ik heb het al gezegd” :-)