mama, ga jij nog eens vertellen van X?
ja, hoor. Bij X is er een grote fabriek. en er werken veel meneren en ook een paar mevrouwen. Die meneren zijn heel sterk en moeten veel werken. Mama zorgt ervoor dat de meneren centjes krijgen. Want als je werkt dan krijg je centjes. Mama moet veel telefoneren en op de computer werken en op papiertjes schrijven.
wat doen die meneren?
De meneren doen kleine plastiek korreltjes in de fabriek en ze maken die korreltjes heel warm. En dan worden die korreltjes plastiek en moeten de meneren ze in stukjes snijden.
ga jij nog eens vertellen van jouw baas?
ga jij nog eens vertellen van je vriendin?
in welke straat is X?
mag ik ook mee naarX?
waar werkt papa?
…
Ik ga ook naar mijn werk. Mijn werk is op school en mijn baas is juf Sophie. Wat doe jij dan op je werk? Spelen, hé, mama.