Mijn werk

mama, ga jij nog eens vertellen van X?

ja, hoor. Bij X is er een grote fabriek. en er werken veel meneren en ook een paar mevrouwen. Die meneren zijn heel sterk en moeten veel werken. Mama zorgt ervoor dat de meneren centjes krijgen. Want als je werkt dan krijg je centjes. Mama moet veel telefoneren en op de computer werken en op papiertjes schrijven.

wat doen die meneren?

De meneren doen kleine plastiek korreltjes in de fabriek en ze maken die korreltjes heel warm. En dan worden die korreltjes plastiek en moeten de meneren ze in stukjes snijden.

ga jij nog eens vertellen van jouw baas?

ga jij nog eens vertellen van je vriendin?

in welke straat is X?

mag ik ook mee naarX?

waar werkt papa?

Ik ga ook naar mijn werk. Mijn werk is op school en mijn baas is juf Sophie. Wat doe jij dan op je werk? Spelen, hé, mama.

 

Kinderboeken

We zijn alledrie echte lezers. Het lief en ik kopen graag boeken, ook voor onze dochter.
Een hele verzameling heeft ze intussen.

  • verschillende exemplaren uit de Anna-reeks van Katleen Amant (Anna gaat naar school, anna en de kerstboom, Anna viert pasen, Anna poets haar tandjes, Anna in het verkeer, Anna is jarig (gesigneerd!), Dag lieve sinterklaas,…
  • Vos en haas in de sneeuw
  • De vrolijke vier seizoenen
  • Tomte Tummetot (eentje van toen ik klein was)
  • Enge Eddy
  • De aap met de gekleurde billen
  • Jonnie de spin (dankjewel Elke, voor de tip)
  • Huppeltje is jarig
  • Raad eens hoeveel ik van je hou
  • Ijsje, de ijsbeer
  • Het grote billenboek
  • Het grote slaapboek

 

2 vragen heb ik voor jullie:

Welke boeken uit jullie kast, afdeling kinderen, zijn de max?

En zou het geen goed idee zijn om boekjes onderling te ruilen en uit te lenen?

Tut

Tut? Welke tut?

Waar de moeder vooraf zo aan twijfelde of het wel zou lukken, daar ging de dochter erg licht over: de tut aan de Sint geven.
Ik kondigde het ruim op voorhand aan dat de tut zou afgegeven worden. De Sint zou die meenemen en in ruil zou hij speelgoed en lekkers brengen. De tut zelf, die ging de Sint aan babietjes geven die er geen hadden. Ze argumenteerde dat ze zelf ook nog heel klein was en vroeg of de blauwe tut kon blijven. Wat vond ik het zelf ook lastig!

De Sint kwam op bezoek in de kreisj waar ze vroeger ging en daar werden de tutten live afgegeven. Zonder tegenstribbelen, zonder 1 traan. Ook ’s avonds werd er niet meer op teruggekomen en de dagen nadien ook niet. Of toch…”mijn tutjes zijn die bij Mats, hé, dat is nog een kleine baby”. Mats is ons bijna 4 maanden oude buurjongetje.

Bravo, meisje!