Woordpakket

image

Anna zit in het tweede leerjaar en krijgt tegenwoordig woordpakketten. Dat zijn een soort van hoop woorden die ze moet kennen voor een dictee.
Sinds dit jaar is de policy op school dat er aan tweedeklassers geen huiswerk meer wordt gegeven. Maar deze keer mocht er thuis ook geoefend worden. Ze had geen zin. Tot zij mij mocht dicteren en ik expres fouten maakte, toen werd het leuk.

Snotties

Ik ben ervan overtuigd dat Moeder Natuur zich vergist heeft. Ze is namelijk vergeten om borelingen en babies de natuurlijke gave van het snuiten mee te geven. Je ziet het piepkleine neusje van je ukje vol snot zitten en het enige dat je kan doen is het overtollige ervan vegen. Of in de weer gaan met een neuspeer, een ding dat door diezelfde uk het equivalent is van een marteltuig (af te leiden aan de hoeveelheid geproduceerde decibels).

Het merendeel van die gele en groene en heldere smurrie blijft dus gewoon in dat neusje zitten. Die miljarden bacterieën zingen luidkeels “…en we gaan nog niet naar huis, belange niet, belange niet…”.

Maar stel je voor dat die boreling – met de zelfde evidentie als zijn duim naar zijn mond brengen – zijn wijsvingertje naar zijn ene neusvleugeltje zou brengen en krachtig zou kunnen snuiten… Dat zou toch de max zijn! Winters zouden niet langer synoniem zijn voor snotseizoen.

Anna heeft het pas sinds kort echt onder de knie, en dan nog alleen als ze echt zin heeft. Want de zin “Kom, ik ga uw snotties pakken” betekent voor haar nog te vaak “Ik ga nu keihard weglopen”.

Snotties pakken…

 

Kijk, papa, dikke snotties!

Grote Peuters

En dan bedoel ik niet Bart Somers, de reuzekleuter.

Neen, mijn scheetje, mijn spook, mijn schetepaté, mijn meisje gaat morgen naar de groep van de Grote Peuters in de kreisj. Vrijdag is ze exact 22 maanden en ergens tot in juni volgend jaar zal ze dus in die groep zitten. Ze zal er leren om nog zelfstandiger te worden, nog meer te knutselen, nog meer op het potje te gaan, etc. Ik ben benieuwd.